Geschreven door: Femke Wetzer- van Gils
Tussen het groen en een aantal autominuten van het mooie 'Dordt', in de Hoekse waard, tref ik Martijn. Niet op school uiteraard. Martijn is er wel. Live. De examenleerlingen hebben recht op onderwijs. Ideaal is anders, maar met de verbondenheid met zijn leerlingen zit het goed, dus hij maakt er het beste van. Martijn Kalkman, is werkzaam op het Hoeksch Lyceum, mentor van mavo/havo 1 en docent aardrijkskunde op het Hoeksch Lyceum, werkt daar steeds hard aan, verbondenheid is voor hem de manier om voldoening te halen uit zijn werk. Dat betekent aansluiten bij de leerling, de actualiteit erbij halen en de relevantie van het vak laten zien. Kinderen raken. Vanuit het basisonderwijs kwam Martijn in het voorgezet onderwijs terecht. Toevallig. De bedoeling was als docent economie, maar het werd Nederlands en aardrijkskunde en dat laatste bleek wel echt zijn ding, dus haalde hij zijn tweedegraads bevoegdheid. “Ik heb gewoon ‘ja’ gezegd tegen deze functie, ik heb geen groot plan of een pad uitgestippeld, maar ik weet wel wat ik belangrijk vind, waar ik goed in ben en waar ik energie van krijg. Ik denk dat dit soms nog te weinig het geval is, waardoor mensen niet op de juiste plek terecht komen of de dingen doen waar ze goed in zijn. De doelgroep spreekt mij aan, de ontwikkeling die we samen doormaken, maar vooral de aandacht die wij hebben voor de leerlingen.” Samen met de bouw besteden ze veel aandacht aan veiligheid en verbondenheid in de klas, aan de zaken die er écht toe doen. “Natuurlijk heeft een leerling bij mij ook weleens een slechte dag, waarbij hij of zij zich in de groep niet gedraagt, zoals we met elkaar hebben afgesproken. Dat kan, ik vind de veiligheid van de groep daarin het allerbelangrijkste. Ik spreek leerlingen rustig aan, neem hun gedrag niet persoonlijk en daardoor kunnen we, al dan niet op een later tijdstip, op een goede en open manier met elkaar verder. Daar haal ik echt voldoening uit." Leerlingen zijn overal, het vak aardrijkskunde ook. Wat maakt deze werkplek voor jou prettig? Martijn: “Ik heb veel gezien, ook in het basisonderwijs. Verschillende wijken, doelgroepen, klassen, daar kan ik nu gebruik van maken. De vrijheid die ik ervaar om zowel lesgevend als ondersteunend bezig te zijn, bijvoorbeeld in een werkgroep voor voorlichting, communicatie en werving van basisschoolleerlingen, is voor mij een goede combinatie. Ik kan hier mijn ervaring gebruiken uit het basisonderwijs en ik merk dat dit gewaardeerd wordt. Daarnaast merk ik, meer dan in het basisonderwijs, dat ook de tijd waarin ik mijn werk doe, voor mij belangrijk is. Ik ben er als het nodig is, maar ik heb ook ruimte nodig om mijn vak uit te voeren op de manier die ik passend vind. Dus ik wacht niet na lestijd in mijn klas tot er een collega langs loopt met een vraag. Nee, we werken heel efficiënt, vergaderen en overleggen als het nodig is, op afspraak. Dit gaat op basis van vertrouwen. Dus geen ‘Tijdkapitein’ zoals we dat weleens zeggen. Je doet je werk en dat doe je goed. Of je nu op school zit of thuis. We weten wat we aan elkaar hebben en de communicatie is heel transparant. Dus, vind je iets niet prettig? Dan spreek je dat uit. Net zoals ik dat doe met de leerlingen in de klas. Zonder dat het over de persoon gaat, het gaat altijd over jou als docent.” Wat zeggen de collega's? Verbondenheid en veiligheid binnen het klaslokaal zijn inderdaad belangrijke waarden op onze school, vooral nu zij op de proef gesteld worden in tijden zoals deze. Als docent ben je betrokken met je leerlingen en met je collega’s. Zoals Martijn ook aangeeft is de voldoening die je haalt een gevolg van de sfeer en het werken met mensen, niet alleen de cijfers en resultaten. Wat ik zelf als heel erg belangrijk vind binnen het onderwijs, is de waardering van leerlingen richting hun docenten. Bij ons op school heerst er, zoals Martijn ook al benoemde, een gelijkwaardige communicatie. Als gedrag van een leerling mij niet bevalt dan spreek ik diegene erop aan, andersom mag en gebeurt dit uiteraard ook. Leerlingen moeten naast dat ze wat leren op school het ook naar hun zin hebben. Hopelijk denken leerlingen later positief over mij en mijn lessen terug. Martijn: “Een professionele cultuur vind ik belangrijk. Geen onnodige koetjes en kalfjes. Dat komt misschien ook, omdat we een gemixt team hebben van zowel mannen en vrouwen, jong en oud. We zijn met 80 docenten. Er is altijd wel iemand waarmee je van gedachten kunt wisselen. Een groot team vind ik wel echt een voordeel. Je kunt de mensen opzoeken waar jij je goed bij voelt. We doen wat nut heeft. We praten over wat ‘moet’ en vinden daarin een middenweg. Dat geeft een voldaan gevoel. De communicatie bij ons op school, vind ik heel gelijkwaardig. We zijn hierdoor een betere school geworden. De sfeer is goed, mensen hebben passie voor hun vak, en we halen onze voldoening niet alleen uit de cijfers. Dat werkt, ook voor de cijfers.” Momenteel heeft het Hoeksch Lyceum geen vacatures. Toch nieuwsgierig? Klik hier.
0 Reacties
Door: Femke Wetzer- van Gils
De afgelopen 2 jaar hebben we verhalen verzameld. Verhalen van leerkrachten, docenten, stagiaires, directeuren en HR-medewerkers. De verhalen gaan over werkgeluk. Wat maakt deze onderwijsprofessionals gelukkig in hun werk? De verhalen zijn verdeeld in categorieën. De zes factoren voor werkgeluk! Rechts vind je de categorieën en al onze verhalen. Lees hier meer over de factoren. 1: Gezond en geïnspireerd werken; onderwerpen zijn bijvoorbeeld werken met goede materialen, een fijn gebouw, gezonde werkomgeving, een mooie buitenomgeving, tijd voor elkaar, balans tussen privé en werk, de RI&E en de preventiemedewerker. 2: Waardering; hoe geef je elkaar waardering, hoe krijg je waardering, wat is belangrijk om waardering te kunnen ervaren? 3: Erkenning; hoe zorg je dat mensen zich gezien voelen? Hoe zorg jij dat jouw collega`s zich gezien voelen? Erkenning voor je kennis, voor je vak en voor het feit dat je er bent! 4: Ontwikkeling; wat kun je doen om samen te ontwikkelen, hoe kun je als individu ontwikkelen, welke ruimte heb je om te ontwikkelen? 5: Voldoening; is je werk nuttig, doe je de goede dingen, ga je voldaan naar huis? Voel je plezier en autonomie? 6: Verbondenheid; deel je jouw visie met die van je collega`s? Doen jullie het samen? Eind februari een nieuw interview met Martijn Kalkman, docent Aardrijkskunde op het Hoeksch Lyceum! Wil je ook vertellen over jouw werkgeluk of dat van jouw organisatie? Neem dan gerust contact met ons op! Geschreven door: Marion Swinkels
Sinds het samengaan van de basisschool uit Ledeacker met de school in Sint Antonis, is het daaruit voortgekomen kindcentrum ‘Leander’ het hart van twee dorpen. Immers naast peuterspeelzaal is er een basisschool, bibliotheek en is het een ontmoetingspunt voor jongeren. Na schooltijd zijn er muziek en danslessen en andere bezigheden. Eén van de medewerkers van het kindcentrum is leerkracht Vera van den Ham. “In de vijf jaren dat ze als één kindcentrum samenwerken zijn er al veel mooie ontwikkelingen doorgevoerd,” vertelt ze: We kijken samen goed naar de manier waarop we ons onderwijs inrichten. De formatie is doordacht ingevuld, aansluitend bij onze onderwijsvisie. Zo zijn we meer groepsdoorbrekend gaan werken. Groep 4 heeft bijvoorbeeld 52 leerlingen met drie leerkrachten en een onderwijsassistent. Samen zorgen ze voor de juiste instructie en lesstof in verschillende niveaugroepjes binnen diverse vakken. Er is veel overleg en samenwerking tussen (parallel)klassen. Meerdere ogen volgen de kinderen en door dit samen te bespreken krijg je weer nieuwe inzichten. We zijn kritisch naar elkaar en blijven vernieuwen en verbeteren. We leren van en mét elkaar.” De enthousiaste juf vertelt over het leuke jonge team waarbij ze zich als een vis in het water voelt. “Iedereen wil vooruit, heeft ideeën en we hebben hetzelfde doel voor ogen; goed onderwijs voor alle kinderen.” Doordat school de samenwerking tussen collega’s hoog in het vaandel heeft staan, profiteren ze van elkaars talenten en kwaliteiten. De muzikale leerkracht geeft op vrijdag in verschillende klassen muziekles en een ander neemt de beeldende vorming voor zijn rekening. Het gebouw heeft schuifwanden zodat samenwerking tussen leerlingen en niveau- werk als vanzelfsprekend gaat. Na haar opleiding onderwijsassistent, sleepte Vera 5 jaar geleden ook haar lerarendiploma in de wacht. Toen ze op Leander aan het werk kon, wilde ze dan ook maar wat graag in de praktijk aan de slag. Dagelijks rijdt ze vanuit Son in 45 minuten naar Sint Anthonis. “Qua reistijd is het best ver”, geeft Vera aan: “maar ik heb het er graag voor over”. Ze staat inmiddels alweer enkele jaren bij de kleuters. “Ik adem kleuters”, lacht ze: “ze weten iets niet en gaan naar huis met weer iets geleerd te hebben. Je hebt zichtbaar resultaat. Het is zoveel meer dan alleen maar een les draaien. Het gedeelte sociaal-emotionele ontwikkeling is nog zo groot én heel mooi om aan bij te dragen. Hoewel de doelen vast liggen gaat Vera op een creatieve manier themagericht met de kinderen aan het werk. Ik ben flexibel en ga in op de beleving en interesses van de kinderen. Daarbij weet en ervaar ik dat ik alle doelen raak.” Naast haar fulltime baan volgt Vera de master ‘Educational Needs’ in Nijmegen. “De verwijzing naar het speciaal onderwijs is, met de wet op passend onderwijs’, minder geworden. Mijn handelen is daarom zó belangrijk . Ook voor kinderen waarbij het onderwijs niet zo vanzelfsprekend gaat. Heel zinvol om naast mijn gevoel nu ook onderbouwd ‘problemen’ te belichten en aan te pakken”, licht ze haar studie toe. Ze richt zich tijdens haar studie vooral op jonge kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Ilse Claessens, collega leerkracht 1-2:" Ik kan hier alleen maar beamen wat Vera aangeeft; we leren van en mét elkaar. De ontwikkeling van het kind zal Vera altijd voorop stellen." “Met deze kennis kan ik collega’s helpen en vanuit de studies en achtergronden van hen, word ík weer wijzer en beter. Die verbinding binnen ons team is groot en waardevol. Iedere dag halen we samen het beste uit onze leerlingen. We delen samen de verantwoordelijkheid en dragen dit als team uit. Daar wil je toch werken”, eindigt Vera haar verhaal. Meer informatie nodig? Kindcentrum Leander Geschreven door: Marion Swinkels
Op kindcentrum ‘de Klimboom’ in de Rips is Yvonne Veenhof al 26 jaar werkzaam. Vanuit haar stage aan de Pedagogische Hogeschool verkende ze de school als leerkracht. In die functie kreeg ze vervolgens een parttime baan waarnaast ze de 3 jarige opleiding RT/ IB kon volgen. De school bood haar direct kansen om haar studie in praktijk ten uitvoer te brengen. Zo heeft Yvonne naast het lesgeven al die jaren de zorg mee in beeld gebracht en aangepakt. Eerst veelal als remedial teacher 1 op 1 met leerlingen. Nu veelal betrokken bij de groepen en schoolontwikkeling als intern begeleidster. “Sinds dat de school onderdeel werd van de stichting GOO is het een kindcentrum geworden”, vertelt Yvonne: “We zijn verbinding gaan zoeken tussen school, peuterwerk en kinderopvang en dat is goed gelukt. We profiteren van elkaars kwaliteiten. Zo werken pedagogisch medewerkers bijvoorbeeld mee in de klas. We kunnen peuters al laten wennen bij het naar groep 1 gaan en als er zich iets voordoet in de les wordt dit direct doorgespeeld naar de opvang. De lijntjes zijn kort”. Yvonne straalt uit dat ze trots is, als ze vertelt over de fijne plek waar ze werkt. Ze vertelt: “ ‘De Klimboom’ is een speciale onderwijsplek waarin een prettige, respectvolle sfeer hangt, hoor ik van mensen die op onze school komen. Het personeel gaat er voor. We zijn samen heel betrokken en hebben echt hart voor de zaak. Als je werkt met fijne mensen die gedreven zijn, dan kom je voldaan thuis. De school is klein zodat activiteiten, regels en afspraken meteen op schoolniveau worden gemaakt. Dat is duidelijk voor iedereen." De reden van haar positieve blik op deze werkplek is daarbij dat ze hier nog steeds niet klaar is. Na al die jaren blijven er hier uitdagingen op haar pad komen. Iets kan anders of beter en dit in samenwerking met ouders, kinderen en collega’s uitzoeken en ontwikkelingen, levert veel voldoening op. Als voorbeeld geeft de IB’er aan dat ze samen met collega’s in het ‘opbrengstgericht passend werken’ is gedoken. Ze volgde een masterclass, bracht het naar het team en gaandeweg is het aangepast en geïmplementeerd. Klaar om weer verder te verfijnen. Als er dan nu weer vernieuwingen zijn, ziet ze daarin gelijk weer mogelijkheden in. Geweldig om het team daarin mee te nemen en te enthousiasmeren. Collega Marlous van Schijndel: "Met veel plezier werk ik al een aantal jaren op KC de Klimboom. De professionele sfeer en gedreven houding van collega's zorgt ervoor dat ik elke dag met veel energie aan het werk ga. Met het oog op de ontwikkeling van kinderen kunnen we snel schakelen, dingen aanpassen en doorhakken. De verbinding met peuterwerk en het basisonderwijs is onze kracht. Nog maandelijks zien we nieuwe mogelijkheden om de verbinding te verstevigen en dit daagt ons uit om verder te kijken. Het sparren met collega`s over onderwijsinhouden, kansen voor leerlingen en leerkrachtgedrag geeft mij voldoening en zorgt voor een kritische blik die ten goede komt aan onze leerlingen. En dat is waar wij dagelijks van genieten!" Toen er onlangs een nieuwe rekenmethode gekozen werd, was de voorwaarde dat dit ook bij de visie van de school op goed rekenonderwijs aan sloot. Ook was het een bewuste keuze dat het paste bij de visie die hoort bij IPC. International Primary Curriculum is een werkwijze die bij de Klimboom is ingezet om kinderen uit te dagen om hun talenten en kwaliteiten te ontwikkelen. Kinderen leren al ‘onderzoekend en ontwerpend’ en stellen zich daarbij de juiste kritische vragen. Yvonne zocht als reken-coördinator mee naar een methode waarbij het rekenonderwijs inhaakt, ondersteunt en aanvult bij deze werkwijze. Veel aandacht voor de basisstrategie maar met elke maand de mogelijkheid om een reken-wiskundige uitdaging aan te gaan met behulp van ‘onderzoekend en ontwerpend’ leren. Die verbinding is wezenlijk voor ons onderwijs, ervaart Yvonne. Er moet een samenhang zijn in het onderwijs én de mensen onderling! We doen het immers samen! De verbinding ervaart en creëert ze tijdens het werk met collega’s op de Klimboom, maar ook met IB-collega’s van de 12 scholen die binnen GOO werkzaam zijn, is een netwerk waarin ze elkaar ontmoeten en van elkaar leren. Tussen de kinderen wordt verbinding gezocht. Zo geeft Yvonne aan dat de 96 leerlingen nu tussen de middag in wisselende groepen lunchen. Ze leren alle kinderen op deze manier ook écht kennen. Ook ouders worden, daar waar kan, betrokken bij het onderwijs. 2x per jaar zijn er kind-ontwikkelingsgesprekken. Vanaf groep 1 wordt er met ouders, kind en school gepraat over de ontwikkelingen op school. Hierdoor wordt het kind op eigen verantwoordelijkheid aangesproken. We willen allemaal het beste voor de leerling. “Ik wil daarin verbinden én er onderdeel van zijn”, is haar conclusie; vandaar dat ik hier graag wil werken! Geschreven door: Femke Wetzer- van Gils
Midden in de tweede golf van de coronacrisis tref ik Christine Pekelder, leerkracht van groep 2, online bij de Taalbrug Junior. De Taalbrug Junior biedt onderwijs, begeleiding en ondersteuning in de meest brede zin van het woord aan kinderen en jongeren met een communicatieve en/of auditieve beperking, slechthorende of dove kinderen en kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Christine werkt sinds 8 jaar op de Taalbrug. Maar het was voor haar niet meteen helder, dat zij in het speciaal onderwijs zou gaan werken, na de PABO. Haar beeld van het speciaal onderwijs was nog niet heel duidelijk. Haar nieuwsgierigheid won het van de angst voor het onbekende en ze begon dan ook met een open vizier. Wat haar meteen opviel was het warme bad waarin zij belandde. Ondanks haar onervarenheid in de taalmethodiek van de Taalbrug voelde zij zich meteen welkom. “De ondersteuning die ik ervaarde was enorm. We kunnen hier echt verschil maken voor onze leerlingen. Dat komt mede omdat we op alle vlakken ruimte hebben, bieden en krijgen. Ruimte voor onze leerlingen en medewerkers om zich in alle rust te kunnen ontwikkelen. Ruimte in onze grote klaslokalen en de ruimte krijgen om elkaar te ondersteunen en te begeleiden. We worden echt gefaciliteerd als leerkracht om te kunnen doen wat het beste is voor de leerling. Ik zie het ook bij nieuwe collega`s. De eerste weken worden collega`s soms vrij geroosterd, zodat ze eerst bij andere collega`s kunnen gaan kijken en meelopen. Daarna start onze interne opleiding met betrekking tot de taalmethodiek “Interactief Wereldoriënterend Taalonderwijs in Samenhang (IWOTS)”, deze opleiding wordt gegeven door onze eigen taalspecialisten." Ook Christine heeft haar master voor ‘Taalspecialisist’ mogen afronden. Het hielp haar de theorie te koppelen aan de praktijk. Waarom doe je wat je doet? Hoe valt gedrag van leerlingen te verklaren? “Het is nu ook leuk en fijn om te ervaren dat ik nu in de organisatie gezien wordt als specialist en dat collega`s bij mij mogen komen kijken, zodat ik hen ook weer verder kan helpen.” Collega Janneke Renders: "De betrokkenheid van al onze medewerkers bij de doelgroep is een rode draad door het verhaal. Dagelijks rijden heel veel collega's heel veel scholen voorbij om een steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van onze doelgroep. Dat is pas betrokkenheid en speciaal!" Collega Roos van de Wiel :"Mensen laten elkaar in hun waarden. En dit voelen de kinderen ook. Waardoor de kinderen zich veilig voelen bij ons op school en dat is heel belangrijk! Als de 10 leerlingen van Christine langzaam binnendruppelen, doet zij het niet alleen. Een groot team van specialisten staat om haar heen om haar te ondersteunen. Logopedisten, assistentes en orthopedagogen, met ieder hun eigen specialismen. “Het is fijn om het samen te kunnen doen. Er zitten dus regelmatig collega`s in de klas om mee te kijken naar een hulpvraag die ik heb over een leerling. Natuurlijk kijken collega`s dan ook naar hoe ik het doe. Dit zorgt ervoor, dat ik mij steeds weer bewust ben van mijn professionele houding en mijn leerpunten. Als je het niet weet, dan is er altijd iemand die het wel weet. Er is heel veel kennis in huis en wederzijds respect voor elkaar. Daarin geven we ook echt het goede voorbeeld. Dat is misschien wel het geheim van de goede sfeer die er bij ons hangt. We begroeten de leerlingen, die na een taxirit nog door de hele school moeten lopen, maar we begroeten ook elkaar. Alle collega`s kennen elkaar en dat terwijl we echt een grote organisatie hebben! Soms is dat onze valkuil. Met 50 mensen vergaderen blijft toch lastig. Beslissingen maken is dan niet altijd makkelijk. Maar communicatie is ons vak, het zit in ons systeem. Daar zijn we sterk in en dat merk je ook in de communicatie met collega`s onderling. Een luisterend oor, is bij ons echt een luisterend oor. En gezien en gehoord worden, is belangrijk voor onze leerlingen, maar ook voor collega`s onderling. We hebben vergaderingen over sterktes, waar kun je voor bij iemand binnen lopen? Hoe kun je van elkaar leren? Leren en ontwikkelen, jarenlang hetzelfde doen is bij ons geen optie. Bij ons word je gezien voor wat je kunt! We gaan vooruit, voor onze leerlingen en met elkaar. Hier wil je werken! Taalbrug Junior Geschreven door: Marion Swinkels
Het is het laatste jaar dat er lesgegeven wordt op het Dr. Knippenbergcollege aan de Nachtegaallaan in Helmond. Volgend schooljaar gaan ze namelijk naar een nieuwe locatie in Helmond. Met alle wijzigingen die daarbij horen. En dat is precies iets in het straatje van Alexandra te Riele. Ze is docent Engels op deze scholengemeenschap voor MAVO, HAVO, VWO en denkt enthousiast mee over de aanpak en organisatie bij het vormgeven van onderwijs. “Het steeds nieuwe dingen ontdekken, plannen bedenken, inspiratie van anderen opdoen en daarmee weer iets nieuws opzetten, is wat het onderwijs zo leuk maakt”, vertelt Alexandra: “Het kan altijd beter of meer, met andere werkvormen of materialen. Het is divers én je moet flexibel zijn. De dag door moet je zo veel beslissingen nemen en schakelen. Het is nooit saai”. Dat is ook de reden dat Alexandra 11 jaar geleden als zij-instromer voor het onderwijs koos. Daarvoor werkte ze in het bedrijfsleven, maar een kantoorbaan werd haar al gauw te ‘voorspelbaar’ en te weinig op mensen gericht. Omdat ze in Scandinavische talen haar doctoraal had en ze ook in het Engels vaardig was, besloot ze om een open sollicitatie naar de Helmondse school te sturen. Daar kon ze in een fulltime baan voor de klas beginnen. “Ik stapte er blanco in en vond het gelijk leuk. Het liep lekker en ik voelde me er op mijn plek. Reden om te blijven en na een half jaar parttime verder te gaan in combinatie met de opleiding ”, vertelt ze. De doelgroep sprak haar erg aan. “Aan de ene kant zijn ze nog kind maar daarnaast kunnen ze ook reageren als echte volwassenen. De brugklassers zijn vaak nog aandoenlijk. Zoekende en trouwhartig.” Nu geeft ze vooral les aan de onderbouw van Havo en Vwo. Alexandra is van mening dat leerlingen volop te werken moeten hebben. Van verveling, komt vervelend gedrag en dat wil ze voorblijven. “Ik ben in de klas altijd vrolijk en de kinderen weten dat als zíj zich goed gedragen, ik leuk ben. Ik wil niet steeds corrigeren en mopperen, maar met de kinderen in gesprek gaan. Als je ze het gevoel geeft dat je het beste met ze voorhebt, dan komt het wel goed. Voor de klas staan, kan niet volgens een afvinklijstje. Het moet écht zijn. Hoe je de leerlingen benadert, moet bij je passen.” Met “van ver af prijzen en van dichtbij corrigeren” geeft ze aan dat ze de individuele leerling ziet en wil helpen. Oogcontact of een kleine aansporing of bemoediging, levert meer op dan ‘gemopper’ voor de hele klas. Die interactie was in de corona-tijd lastig. Dit miste ze enorm. Toch vond de leerkracht het een leuke uitdaging om tijdens de lockdown de lessen op een leuke manier, met verschillende tools online aan te bieden. “ Ik verwacht en hoop dat we positieve ervaringen uit die tijd zeker meenemen voor het lesgeven nu en later." “Naast de kinderen miste ik ook de verbondenheid met de collega’s. Het zijn de mensen die in je cirkel horen en die je werkplezier vergroten. We hebben een groot team waarin ieder zijn eigen kwaliteiten kan laten zien. We dragen ons enthousiasme over op de leerlingen. Als je bedenkt dat ik nu collega’s heb, die eerder in mijn klas zaten dan is de school zeker leuk genoeg”, glimlacht Alexandra: “een mooi compliment voor ons allemaal!” https://drknippenbergcollege.nl/ Geschreven door: Femke Wetzer- van Gils
Ik tref Senna Ramaekers, expert - en onderzoeksdocent Pedagogiek op het Summacollege in Eindhoven, nadat we elkaar eerder troffen tijdens een opdracht voor aankomend onderwijsassistenten, hoe kan het ook anders… online. Senna:” Ik raakte op de basisschool geïnspireerd door een drama-docent die elke week langs kwam. Ik kon mijn ei kwijt tijdens de verschillende rollen die we konden spelen. Even dacht ik dat ik actrice wilde worden… Later toen ik ouder werd, bleek ik het vooral fijn te vinden om mij te kunnen inleven in gevoelens van anderen! Dat maakte dat ik de keuze maakte voor SPH/ Social Work, waar ik mijn eerste ervaring op deed als leerling-ondersteuner, alvorens Pedagogiek te gaan studeren.” De opleiding voor onderwijsassistenten bevindt zich in een vrij nieuw gebouw in hartje Eindhoven. Het bruist er van studenten en hun enthousiasme. Het gebouw ligt er nu verlaten bij en de docenten doen vanuit thuis wat ze kunnen. De coronacrisis vraagt van het onderwijs een innovatieslag. Wat doet dat met je werkplezier? En maakt het eigenlijk verschil? “Ik voel mij altijd al erg verbonden met de collega`s en de studenten. Ik kan heel erg mezelf zijn. Ik vind het ook belangrijk dat studenten zichzelf kunnen zijn Ik ben een open boek, hart op de tong. Dat helpt, denk ik voor collega`s en studenten om ook open te zijn naar mij. Ik voel mij echt thuis, oók nu ;). Ik ga ook gerust de wasmachine uitzetten of ik ben aan het koken, terwijl we online vergaderen. Mijn collega`s moeten daar dan erg om lachen. Ik ben af en toe een beetje een chaoot, maar mensen accepteren en weten dit van mij. Ik stel mij ook regelmatig kwetsbaar op. Ik kan gerust een potje gaan zitten huilen, als ik mij geraakt voel. Ventileren naar elkaar is in ons team oké. De groep mensen waarmee je werkt, zorgt ervoor dat empathisch zijn mogelijk is! Als ik mijzelf kan zijn dan, durf ik fouten te maken, open te zijn over fouten, ik durf te leren, niet rond blijven lopen met dingen waarmee ik zit. Dat is ook wat we studenten proberen mee te geven. Practice what you preach! Ik ben ook heel open naar studenten. Als ik iets over mijzelf deel, dan vertel ik studenten ook waarom. Wat heb ik er van geleerd, wat kunnen zij ervan leren. Ik geef les in sociale vaardigheden, dat is natuurlijk erg belangrijk, als je als onderwijsassistent aan het werk gaat. Wij zijn echt een rolmodel voor studenten. Ik hoop ook dat we een inspiratiebron kunnen zijn, zoals mijn drama- docent dat was voor mij. Dat doen we ook door samen te proberen het goede voorbeeld te geven!" Jullie hebben best een groot team en ook een volle teamkamer. Hoe zorg je ervoor dat je elkaar blijft zien en contact houdt? “We startten elke dinsdag bij ons teambord, om te zien waar we staan. We hebben in onze teamkamer een grote tafel in het midden daar kunnen we samen terecht om elkaar te ontmoeten. Ik merk ook echt dat zelfs nieuwe mensen zich snel in ons team mengen. We sluiten altijd zelf aan bij sollicitaties. Een klein aandachtspunt is dat we echt alert moeten zijn op het feit dat iemand nog aan het inwerken is! Het voelt al zó snel goed. Ook nu starten we dinsdag gezamenlijk, maar dan online, zodat we elkaar allemaal even zien! Dat vind ik echt belangrijk." Collega Juliette: "Senna geeft goed weer hoe wij als team met elkaar omgaan, open en in contact met elkaar, zelfs online! Ik herken het in mezelf om te proberen een voorbeeld te zijn voor onze studenten en ze uit te dagen om zichzelf te ontwikkelen. " Collega Marijke: "Voor mij zijn mijn collega's een grote bepalingsfactor van mijn werkgeluk. Het gevoel onderdeel te zijn van een team. Samen met mijn collega’s kunnen delen, discussiëren, bouwen, lachen én indien nodig huilen." Ja, hoe is dat nu? Opeens online docent zijn? “Les met studenten, eventjes zonder camera bijvoorbeeld. Dat vinden ze moeilijk en ik ook. Dus snel de camera weer aan! Ze zeggen:” We missen u.” Erkenning is er dan echt. En dan nu…. De structuur is weg, maar we ontwikkelen nieuwe mogelijkheden. Ik doe de master “leren en innoveren” en de combinatie studeren met voor mijn gevoel 24/7 beschikbaar zijn, is best pittig. Het is wennen. Maar ik zie online zoveel kansen en mogelijkheden voor de toekomst, dat geeft ook energie en dus werkplezier!” “Je ziet andere kwaliteiten van mensen. Al die ICT-vaardigheden, dan blijkt dat voor sommige collega`s echt hun talent. We kunnen elkaar gelukkig om hulp vragen! Dan is er nog de groepswhatsapp, waarin één van onze sportdocenten ons uitdaagt om een challenge te doen. Ook daarin zie ik filmpjes voorbij komen van collega`s waarvan ik dat niet had verwacht. Zo grappig om te zien! Onze teamleider vindt het ook heel belangrijk dat iedereen doet waar hij of zij affiniteit mee heeft, dat is niet altijd makkelijk binnen een groot team, maar er is wel oog voor. Dat komt nu in deze tijd nog eens extra en op hele andere vlakken naar boven. Daar moeten we met z`n allen straks echt gebruik van maken!” “Ik geloof echt dat het welzijn in ons team hoog is. Je ziet dit ook terug in de cijfers die door studenten in enquêtes worden gegeven, als het gaat om de connectie die zij voelen met de docent! Vrijdagmiddag hebben we een borrel met Microsoft teams en een glas wijn. Dan proosten we op wat we samen hebben bereikt! ” www.summacollege.nl Door: Nelleke de Laat- Verloop
Een school die uitkijkt over de weilanden en de Dommel, een plek die al een hele mooie verbinding aangaat met zijn omgeving. Een inspirerende leeromgeving voor kinderen én leerkrachten, daar tref ik Hanneke Horvers, leerkracht groep 1 . “Ik ben in 2004 afgestudeerd aan de PABO in Den Bosch en op de school waar ik mijn LIO-stage heb gedaan, ben ik eigenlijk blijven werken. Je eerste klas is wel iets heel speciaals, de binding die met de kinderen voor de eerste keer hebt en maakt. Daarnaast heb ik nog de opleiding Pedagogiek gedaan, fijn wat extra bagage in je rugzak en om dit mee te kunnen meenemen in het onderwijs. Vanwege werk van mijn partner zijn we verhuisd naar Son en Breugel en daar kwam toen een baan bij de Krommen Hoek voorbij en daar werk ik nu voor het tweede jaar. " Wat zorgt er nu voor dat jij elke dag weer met een blij gevoel naar je werk toegaat? Toen ik hier begon met werken, was er alleen een plekje vrij in de onderbouw en dat was wel echt even schakelen na eigenlijk altijd gewerkt te hebben in de midden -en bovenbouw. Echt nu in de praktijk gaan ervaren hoe dat voor mij zou zijn en of die andere manier van lesgeven bij mij zou passen. En dat deed het! Het thematisch werken in de onderbouw is echt geweldig om mee bezig te zijn. Om de kinderen bewust mee te geven dat ze de eigenaar zijn van hun eigen leerproces. Als leerkracht kun je de thema`s aanbieden, die ervoor zorgen dat ze heel betrokken en enthousiast raken. Hierdoor maak je een verbinding met hun belevingswereld en met hen! Het leuke aan deze manier van werken is dat het mij als leerkracht ook elke keer weer andere invalshoeken geeft en uiteindelijk bepalen de kinderen de precieze invulling ervan. Uiteindelijk bereik je je doel ook, maar dan weer op een andere manier dat je van tevoren hebt bedacht. En dat maakt het lesgeven dan ook elke dag weer anders en leer ik ook elke dag weer nieuwe dingen bij. We delen hierin echt de verantwoordelijkheid met elkaar om samen te kijken naar de kinderen. En dat dan daarna ook weer aan te passen, echt samen vorm geven aan het lesgeven. We maken het onderwijs samen en dat is heel fijn en zinvol! En dan daarna zeker met elkaar de succeservaringen te vieren en er trots op mogen zijn. Kinderen leren mij weer de kleine dingen te waarderen. Zij laten hun wereldje op hun pure manier zien, ze wijzen je daar wel op. Verbinding met het hier en nu, terwijl wij geneigd zijn om daar voorbij te gaan, die verwondering te blijven houden die we als maatschappij een beetje kwijt zijn. Genieten van klein geluk! Basisschool de Krommen Hoek Geschreven door: Femke Wetzer- van Gils
Ik ben onder de indruk als ik parkeer voor het Vakcollege de Hef. Een prachtig gebouw met veel ramen blinkt mij tegemoet. Binnen staat ‘De Hef’, een bekende brug in Rotterdam. Een brug naar de toekomst! Ik tref Ilham op de 1ste verdieping in haar klas. “In 2017 stapte ik over naar het Vakcollege vanuit het basisonderwijs, waar ik vanaf 2001 heb gewerkt. Ik gaf al een aantal jaren les aan de bovenbouwgroepen en maakte verschillende veranderingen door waaronder die naar ‘O4NT (onderwijs voor nieuwe tijd). Dat was een hectische periode. Veel veranderingen werden in een korte tijd doorgevoerd. Doelgericht werken, onderwijs op maat, traditionele jaargroepen werden stamgroepen en lessen werden workshops waar kinderen zich voor konden inschrijven. Dit maakte mijn werk uitdagend, maar de werkdruk was hoog. Ik was vooral bezig met de inhoud en niet zozeer meer met de leerlingen. Tijdens mijn werk in groep 8 had ik regelmatig contact met middelbare scholen en daardoor raakte ik enthousiast over het VMBO.” Het VMBO heeft in Nederland niet altijd een goede naam. Wat maakte dat jij hier toch graag wilde werken? Ilham:” VMBO leerlingen zijn meestal aanhankelijker dan leerlingen met een hoger niveau. Dit maakt mijn rol als docent, mentor, coach of leerlingcoördinator zinvoller. De kennis die de leerlingen op moeten doen komt voor mij niet altijd op de eerste plaats. Op de eerste plaats komt voor mij de relatie. Het gaat echt om de mens. Wat wil je leren en wat heb jij daarvoor nodig, dat is de vraag die ik aan mijn leerlingen stel. Ik heb veel geduld en ik voel me goed bij de uitdagingen die deze doelgroep soms heeft. Ik wilde meer tijd mét en vóór de leerling. En ik besloot binnen het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam de stap te wagen. Zo kwam ik terecht op de Hef, ik ben op het VMBO nog beter op mijn plaats dan ik dacht. Mensen denken soms dat ik hier al jaren werk. Inmiddels werk ik sinds dit schooljaar behalve als docent ook als leerlingcoördinator, die combinatie vind ik super! Overigens moest ik wel officieel op die functie solliciteren, dat vond ik wel een drempeltje, maar het voordeel is dat iedereen die deze functie ambieert, zo een gelijke kans krijgt om zichzelf te profileren. De rol van leerlingcoördinator was ook echt iets dat uit het team kwam. We merkten dat onze zorgcoördinator met de zorg voor al onze leerlingen tijd te kort had. De mentor heeft het overzicht over zijn mentorgroep als het om ontwikkeling gaat, maar miste een sparringpartner voor leerlingen die vastlopen. Daarom hebben we een leerlingcoördinator in het leven geroepen, dat is voor onze doelgroep echt nodig. Leerlingen moeten voelen dat je 100% voor ze gaat en staat. De leerlingen zijn niet altijd intrinsiek gemotiveerd en daar moet je tegen kunnen en mee om weten te gaan. De leerlingcoördinatoren gaan echt over de leerlingen die meer zorg nodig hebben, maar we richten ons op het pedagogische stuk. Zoals korte lijntjes met de ouders bij problemen, preventieve inzet bij te laat komen, warme overdracht en intakes voor nieuwe leerlingen en het coachen van collega`s binnen de afdeling. Dat wij als team behoeftes aan mogen geven, vind ik erg prettig. Ik merk dat het MT vooral faciliteert en wij als docenten als groep professionals echt gezien worden. Ik voel me op de Hef helemaal thuis. Iedereen mag en kan hier zichzelf zijn. Ik heb mijn roeping weer gevonden! www.rvcdehef.nl Door: Jessica van Strien Ik spreek vandaag met Sandra Raasen. Ik ken Sandra al een tijdje als juf, mijn eigen kinderen zaten bij haar in de klas. Ik zag Sandra altijd als een super gemotiveerde leerkracht, die alles uit de kan haalt om kinderen optimaal te stimuleren. Na haar besluit om naar een andere school te gaan, spreken we elkaar op de gang. “Tsja, ik zou hier echt niet zomaar weggaan, dit is zo’n fantastische school. We zijn als team bij het oprichten van deze school gaan kijken bij Kindcentrum Mondomijn in Helmond. Vanaf dat moment was ik verkocht. Ik heb altijd gedacht; Dáár zou ik ooit wel eens willen werken! Dus ja, toen daar een vacature vrij kwam ben ik daar meteen op ingegaan!” Je snapt wel, voor hierwilikwerken.nu MOEST ik daar toch wel het fijne van weten! Mondomijn is een co-creatie vanuit opvang en onderwijs; ‘QLIQ primair onderwijs’ en ‘Wij zijn Jong’. Vanuit deze co-creatie is kindcentrum Mondomijn ontstaan. Nadat Sandra een aantal weken gewerkt heeft bij Mondomijn, zoek ik haar op. Want hoe is het nu, zijn haar verwachtingen uitgekomen? “Ja, het gaat heel goed met mij!” Zegt ze meteen als ik haar de vraag stel. “Ik kan hier echt mijn ei kwijt. Ik krijg veel vrijheid om mijn eigen richting te bepalen. Dat staat centraal binnen dit kindcentrum. Kinderen doen hun eigen onderzoek, ze ontdekken zelf, zo leer je het beste. Dat werkt ook zo voor mij als medewerker. Collega’s zeggen; gun jezelf een jaar om er helemaal in te komen, alles eigen te maken. Dat is prettig, ik ben echt weer opnieuw aan het leren. Ik word ook gecoacht; er is een stukje video-interactie begeleiding, niet om te beoordelen, maar om te kijken hoe ik erin sta, welk pad ik op kan gaan. Daar komen dan tips uit voor mij om aan te denken. Dat vind ik heel erg fijn, deze coaching wordt vanuit het kindcentrum geregeld. Er zijn mensen die extra opgeleid zijn om (nieuwe) collega’s te begeleiden.” Bij Mondomijn staan medewerkers in de rij als er een vacature is. Wat maakt het werken hier nou zo anders? “We werken intensief samen in Domijnen*. Ik ben verantwoordelijk voor het vakgebied kernconcepten. Kinderen zitten dus niet de hele dag bij dezelfde medewerker, maar zien meerdere experts op een bepaald vakgebied. Dat maakt het ook zo leuk, kinderen komen vanuit hun behoefte en eigen motivatie bij jou omdat ze bijvoorbeeld vooruit willen met hun project. Er wordt veel beeldend gewerkt, met grote werkstukken, collages en muurkranten waar informatie inzit. Zo blijft informatie ook nog eens beter hangen. Het feit dat kinderen hier een hele grote autonomie hebben, eigen planningen maken, hun eigen route door de week heen bepalen; dát spreekt mij enorm aan! We gaan hier altijd uit van het positieve en de mogelijkheden van het kind. Er is altijd nog wel ergens een ingang te vinden, hoe klein ook, waarmee je een ander pad kan gaan bewandelen als het even niet lukt. Afgelopen week hebben we een visieweek gehad, waarbij we met het team onze visie weer aanscherpen. Dit sloten we vrijdag af met een inspiratie-dag, waarbij ook iemand mee kwam kijken naar de inrichting van de ruimte. We hebben toen het hele Domijn weer anders ingedeeld, zodat inspirerende leerplekken voor de kinderen ontstaan. Door het werken in Domijnen is het natuurlijk wel van essentieel belang dat er goed over kinderen overlegd wordt. Kinderen worden binnen het Domijn dagelijks besproken, er is heel veel overleg, zodat ze goed gevolgd kunnen worden. Hierdoor voelde ik me meteen ook in een warm bad terechtkomen. Je wordt meteen gehoord. Natuurlijk komt niet elk kind bij elk gesprek aan de orde, we spelen in op gebeurtenissen tijdens de dag. Het kan ook zijn dat de kindgesprekken eraan komen. Hier werken we niet met een rapport maar met een kindverslag. Alle kinderen komen hierdoor aan bod bij de gesprekken, we noemen dat dan een crunch. Er zijn verschillende doorstroommomenten, waarbij kinderen dus door kunnen naar het volgende Domein. Als we als team denken dat een kind klaar is om door te stromen, gaan we in overleg met het kind en de ouders. Als we het samen eens zijn dan gaat dat gebeuren. Zo blijft de betrokkenheid hoog. Wat me op valt is dat kinderen zich hier thuis voelen. Kinderen trekken hun schoenen uit bij de kapstokken. Niet zozeer om het lokaal netjes te houden. Ze zijn hier geaard en op hun plek, ze voelen zich er goed bij om, net zoals thuis, op hun sokken of sloffen rond te lopen. Kinderen hebben hier zelf een idee voor ingebracht. Net zoals het idee van mijndomijnhond ‘Jimmy’. Als kinderen verdriet hebben kunnen ze naar hem toe gaan, of als ze zin hebben om even te wandelen of knuffelen. Ook dit idee is door de kinderen ingebracht, en ik moet zeggen het werkt heel goed!” Dat is precies wat ik ook ervaarde toen ik hier binnenliep. Niet alleen oogt het gebouw van buiten als een gewoon woonhuis, eenmaal binnen blijft dit zo. Het kindcentrum biedt continu inkijkjes in andere ruimten. De gangen zijn open, waardoor je over de muurtjes in het onderliggende Domijn kijkt. Ook de ruimtes zijn open, je loopt door de ene ruimte heen, om weer bij de volgende te komen. Na afloop loop ik met Sandra nog door een aantal ruimten heen. Wat een rijke leeromgeving biedt dit kindcentrum, met kunst en cultuur én zelfs een eigen sportcampus! Ik snap wel dat je hier graag wilt werken! *Domijnen wordt binnen dit concept bewust met een lange ij geschreven. Voortkomend uit MonDomijn. De naam betekent ‘mijn plekje op de wereld’. Binnen het kindcentrum zie je dit terug op bordjes, aanduidingen voor ruimtes etc. om te bewerken. |
Archieven
Januari 2021
6 factoren voor meer werkgeluk
Alles
|